Mobilofonie

Ondanks de sterke opkomst van de mobiele telefoon (GSM) heeft zijn oudere broer de mobilofoon zijn bestaansrecht niet verloren. Mobilofonie kent een aantal unieke eigenschappen waardoor vervanging van een mobilofoonsysteem door een mobiele telefoonsysteem als GSM lang niet altijd wenselijk of mogelijk is.

DispatchIn zijn simpelste vorm biedt mobilofonie communicatie tussen een vast opgestelde zend-ontvanger (de centrale post, meldkamer of op zijn Engels dispatcher) en mobiele gebruikers. Deze kan een mobilofoon hebben - dit zijn vast in een voertuig geïnstalleerde zend-ontvangers - of een portofoon - dit zijn los te dragen handheld portables.

Meestal is alleen half duplex verkeer mogelijk; gelijktijdig zenden en ontvangen is niet mogelijk, er kan alleen worden gezonden of worden ontvangen. Om van ontvangen op zenden over te gaan moet een knop op de microfoon worden ingedrukt. Dit staat ook wel bekend onder de naam "Push to Talk".

Brandweer Communicatie vindt hoofdzakelijk plaats tussen elkaar bekende gebruikers, een gesloten gebruikersgroep, plaats. Meestal gaat het om mobiele gebruikers die via de mobilofoon contact leggen met de vaste post. Bij de meeste netwerken is communicatie dan ook alleen mogelijk in een beperkte regio. Denk bijvoorbeeld aan taxi-bedrijven of medewerkers van een nutsbedrijf. Er bestaan echter ook enkele landelijk dekkende netwerken, zoals die voor het openbare regionale busvervoer. Verder wordt de mobilofoon veel gebruikt door hulpverlenende instanties als politie, brandweer en ambulance.

Alhoewel de gesprekken meestal plaatsvinden tussen mobiele gebruikers en de meldkamer, kunnen de mobiele gebruikers ook met elkaar communiceren. Hiervoor wordt de centrale post “in relais” gezet: de centrale post zendt alles dat deze ontvangt op een andere frequentie weer uit.

Samengevat zijn de belangrijkste kenmerken van mobilofonie:

  • communicatie vindt plaats in een besloten gebruikersgroep,
  • gesprekken worden via een centraal punt (de centrale of meldkamer) afgewikkeld,
  • half-duplex verkeer is gebruikelijk,
  • snelle verbindingsopbouw,
  • mogelijkheid tot groepscommunicatie,
  • prioriteits- en noodoproepen,
  • aanpassing aan speciale eisen is mogelijk.

Een belangrijke speciale eis van vooral hulpverlenende instanties is een zogenaamd calamiteitenkanaal. Hierbij wordt de centrale “in relais” gezet, zodat alle mobiele stations die op dit kanaal hebben afgestemd onderling contact met elkaar kunnen hebben. Iedereen kan elkaar horen op dit kanaal.







Terug naar boven.

 
© Peter Anker, Gids in Frequentieland.