World Radio Conference 2011 (WRC-11)

Tijdens de World Radio Conference in 2011 wordt wereldwijd weer gewerkt aan aanpassing van de ITU Radio Regulations. De agenda voor de WRC-11 ziet er als volgt uit.

Agenda
Item
Radiodienst Band Onderwerp
Wetenschappelijke diensten (Science services)
1.11 Ruimteonderzoek
(Space research)
22,55 - 23,15 GHz Ruimteonderzoek staat weer volop in de belangstelling. Zo zijn er verschillende bemande en onbemande missie's naar de maan gepland. Voor ruimte-naar-aarde zijn er voldoende frequenties beschikbaar. De andere kant op echter minder. Onderzocht wordt of het mogelijk is om de 22,55 - 23,15 GHz voor aarde-naar-ruimte te gaan gebruiken.
1.6 Passieve diensten
Optische verbindingen
275 GHz - 3000 GHz
boven 3000 GHz
Het huidige radio reglement specificeert de frequentiebanden die tussen 275 en 1000 GHz interessant zijn voor gebruik door de wetenschappelijke diensten. Dit wordt nu uitgebreid tot 3000 GHz, waarbij tevens wordt bekeken of er aanvullende beschermende maatregelen nodig zijn. Enige landen willen ook regelingen invoeren voor het gebruik van free-space optical links in frequenties boven de 300 GHz.
1.12 Luchtvaartmobiel(Aeronautical mobile) 37 - 38 GHz Bescherming van primaire diensten tegen interferentie van de luchtvaartmobiele dienst.
1.16 Meteorologische hulpmiddelen
(Meteorological aids)
below 20 kHz Een mogelijke passieve allocatie voor het detecteren van onweer.
1.24 Meteorologische satelieten 7.750 - 7.900 MHz Mogelijke uitbreiding van de bestaande allocatie van 7.750 - 7.850 MHz met de band van 7.850 - 7.900 MHz. De band is bedoeld om de waarnemingen van polaire meteorologische satellieten naar de aarde te sturen.
Satellietdiensten
1.7 Luchtvaart mobiele satellietcommunicatie 1.525 - 1.559 MHz / 1.626,1 - 1.660,5 MHz In het verleden is besloten om deze band voor alle mobiele satelliet diensten te bestemmen, met het idee dat de technologie het zou toestaan dat bepaalde soorten verkeer (met name luchtvaartmobiel en maritiem veiligheidsverkeer) voorrang zou krijgen in de totale capaciteit. In de praktijk blijkt dit echter technisch, en zeker ook commercieel, niet haalbaar. Binnen de luchtvaartgemeenschap bestaat de zorg dat er daarom op termijn onvoldoende satellietcapaciteit aanwezig is voor belangrijk aeronautisch verkeer.
1.13 Omroepsatelliet 21,4 - 22 GHz Het gebruik van de 21,4 - 22 GHz band voor satellietomroep in Regio 1 (Europa en Afrika) en Regio 3 (Azië).
De band is al in 1992 bestemd voor de omroepsatelliet dienst, maar deze is nooit in gebruik genomen. Er is nu besloten het gebruik, inclusief planning en coördinatieprocedures te bestuderen, met als doel om de band te gaan gebruiken.
1.18 Radiodeterminatie satellieten 2.483,5 - 2.500 MHz De band 2483,5 - 2500 MHz is op een primaire basis toegewezen aan de radiodeterminatie satelliet dienst (RDSS) in de regio's 2 en 3, terwijl in regio 1 slechts een secundaire allocatie bestaat. De Galileo organisatie wil dit graag gelijk trekken om zodoende meer kansen voor het Galileo systeem te creëren. ITU-R moet nu de nodige studies doen, zodat de technische voorwaarden voor RDSS gebruik in 2011 in het Radio Reglement opgenomen kunnen worden.
1.25 Mobiele satellietcommunicatie - Mogelijke additionele allocatie voor mobiele satellietcommunicatie (MSS).
ITU-R studies voorzien een tekort aan spectrum voor MSS, met name voor de satelliet component van IMT, vanaf circa het jaar 2020 (de prognoses variëren tussen 144 en 257 MHz).
Maritiem en luchtvaart
1.3 Onbemande vliegtuigen - Het gebruik van onbemande vliegtuigen voor allerlei toepassingen (w.o. militair, landbouw, wetenschappelijke doeleinden) neemt snel toe. Hiervoor is dan ook extra frequentieruimte nodig.
1.4 Luchtvaart mobiel 112 - 117,975 MHz
960 - 1.164 MHz
5.000 - 5.030 MHz
Tijdens de WRC-07 is de luchtvaart industrie de mogelijkheid gegeven nieuwe technologie te introduceren in de hierboven genoemde banden. Deze introductie dient, gezien het voorziene capaciteitsgebrek in de genoemde banden met voortvarendheid te gebeuren. Vandaar dat de WRC-07 besloten heeft een vinger aan de pols te houden, zodat eventueel benodigde extra maatregelen genomen kunnen worden.
1.9 Maritiem mobiel - De kanaalindeling voor de maritieme banden is gebaseerd op gebruik van morse en analoge technieken. Ook voor de scheepvaart staat de techniek niet stil. Er is behoefte aan introductie van digitale technieken, ter verhoging van de kwaliteit en betrouwbaarheid van de verbindingen en de capaciteit van het beschikbare spectrum, bv. om e-mail en internet over de kortegolf (HF) te kunnen toepassen. De kanaalindeling moet daarvoor aangepast worden aan de eisen van de tijd.
1.10 Veiligheidssystemen voor in de haven - Ter verhoging van de veiligheid in havens is er, met name bij de VS, behoefte om vroegtijdig scheepvaart naar bepaalde havens te kunnen identificeren. Een automatisch identificatiesysteem (AIS) kan dit ondersteunen. Om zo'n systeem effectief te laten zijn, is er behoefte aan extra frequenties voor de gewone maritiem mobiele diensten in de banden beneden 1 GHz en wordt naar een allocatie gestreefd in the maritiem mobiele satellietdienst in een band tussen de 156 en 162.025 MHz.
Radiolocatie
1.14 Radiolocatie 30 - 300 MHz De radiolocatie dienst kent in de VHF band (30 - 300 MHz) geen exclusieve band en moet derhalve frequenties delen met andere gebruikers. Dit levert beperkingen op ten aanzien van het gerbruik. Er bestaan dan ook te weinig mogelijkheden voor detectie en plaatsbepaling van voorwerpen buiten de ionosfeer, zoals meteorieten of ruimtevaart objecten. Een allocatie van 2 MHz op primaire basis wordt wenselijk geacht.
1.15 Radarobservatie boven zee 3 - 50 MHz Er bestaat groeiende interesse voor het gebruik van radars in een band beneden 50 MHz voor het doen van metingen aan het zee-oppervlak ter ondersteuning van milieu-, oceanografisch-, meteorologisch-, klimatologisch-, maritiem- en rampenonderzoek. Er is echter in de band 3 - 50 MHz geen allocatie voor de radiolocatie. Studies moeten nu uitzoeken of er een aantal allocaties, allen smaller dan 600 kHz kunnen komen tbv bestudering van het zee-oppervlak.
1.21 Radiolocatie 15,4 - 15,7 GHz De radiolocatie dienst heeft een primaire allocatie in de band 15.7 - 17.3 GHz. De dienst wil meer spectrumruimte (bandbreedte) om een betere resolutie en afstandnauwkeurigheid te kunnen leveren. Deze ruimte meent men te kunnen vinden in de naastliggende band 15.4-15.7 GHz, welke gebruikt wordt door de luchtvaart voor radiohoogtemeters. ITU-R moet de nodige studies verrichten naar compatibiliteit met de diensten die al opereren in de band en de naastliggende band 15.35-15.40 GHz die voor radioastronomie wordt gebruikt.
1.23 amateurs 415 - 526,5 kHz De amateurgemeenschap heeft aangegeven dat de afstand tussen de bestaande amateurbanden van 136 kHz en de 1,865 MHz te groot is. Zij vragen dan ook om een allocatie, op secundaire basis, van ongeveer 15 kHz in het bereik 415 - 526,5 kHz.
Mobiel en omroep
1.5 Electronic news gathering - Met de introductie van digitale omroep en de allocatie van spectrum voor landmobiele toepassingen in de UHF omroepband, neemt de ruimte die overblijft voor electronic news gathering (draadloze camera´s, regieverbindingen, draadloze microfonen e.d.) behoorlijk af. Veel landen, met name ontwikkelingslanden, willen een geharmoniseerde nieuwe band toewijzen voor deze toepassingen.
1.8 Vaste verbindingen 71 - 238 MHz Onderzoek naar de technische en regelgevende voorwaarden voor het gebruik van deze hoge frequenties voor vaste verbindingen.
1.17 IMT in de omroepband 790 - 862 MHz Onderzoek naar de mogelijkheden om dit deel van de UHF omroepband voor mobiele communicatie (IMT) te gebruiken.
1.20 HAPS 5.850 - 7.075 MHz High Altitude Platform Stations (HAPS) hebben tot nu toe allocaties in de banden rond 47 GHz ( up- en downlink), met een alternatieve downlink band (bv. voor gebieden met zware regenval), in de 27 GHz band. Met name Oost-Aziatische landen zijn geïnteresseerd in de toepassing van HAPS. Deze hebben voorgesteld om nu 2 maal 80 MHz te zoeken in een veel lagere frequentieband (5.85 - 7.025 GHz) om daarmee diensten te kunnen verlenen met grote gebruikersdichtheid waarbij met name wordt gedacht aan gateways voor mobiele communicatie (IMT).
1.22 Short Range Devices - Het gebruik van short range devices neemt steeds meer toe. Er wordt nu onderzoek gedaan naar de consequenties (interferentie door grootschalig gebruik van SRDs) hiervan voor de bestaande diensten.
Flexibel gebruik
1.2 Flexibilisering - Onderzoek naar de mogelijkheden tot meer flexibiliteit in het radio reglement.
Het radio reglement is, volgens de huidige inzichten, onnodig complex en gedetailleerd. Met name door convergentie, privatisering, en toepassing van nieuwe technologie is het minder noodzakelijk en soms zelfs ongewenst. Meer flexibiliteit zal innovatie en efficiency in spectrum gebruik bevorderen.
1.19 Software Defined Radio
Cognitieve radio
- Onderzoek of er aanpassingen aan het radio reglement nodig zijn om het gebruik van Software Defined Radio (SDR) en cognitieve radio te faciliteren. Specifiek wordt hierbij gedacht aan een apart signaleringskanaal voor cognitieve radio.




Terug naar boven.

 
© Peter Anker, Gids in Frequentieland.