Semafonie

De introductie van het openbare mobilofoonnet (OLN) bleek zo'n succes dat de maximale capaciteit al snel werd bereikt. De PTT besloot dan ook om een proef te nemen met een Zwitsers systeem, waarmee auto's opgeroepen konden worden. In december 1955 werd in Den Haag een proef gestart waarbij een achttal auto's waren betrokken. Dit kan worden gezien als het begin van de semafonie.

Semafonie
De term semafonie is afgeleid uit het Grieks. Sema betekent teken.
De proefnemingen verliepen zo voorspoedig dat in 1961 werd besloten om een simofoondienst (signalering van mobiele gebruikers via de telefoon) te introduceren. Om merkrechtelijke redenen was het in 1963 noodzakelijk om de naam te wijzigen in semafoondienst. In september 1964 werd de semafoondienst officieel geïntroduceerd. Het aantal abonnees op dat moment was 230. Dezelfde maand nog werd een verdrag met België gesloten om de semafoondienst gezamenlijk te gaan exploiteren. De opening van dit gezamenlijk net vond plaats in 1967.

In de loop der jaren is de gebruikte apparatuur sterk verbeterd. De eerste apparaten waren voorzien van drie lampjes, waarmee acht verschillende codes konden worden gegeven. Echt draagbaar waren deze apparaten overigens nog niet. Deze apparaten, de ESCORTS, wogen maar liefst 4,5 kg. In 1971 kwam de MINOR, op de markt. Deze woog 'slechts' 0,75 kg. Echt lichte apparatuur kwam er pas in 1978 met de introductie van de PICCOLO. Deze had een gewicht van 200 gram. Er zat geen grote uitschuifbare antenne meer op. Hij had acht codemogelijkheden die op een cijferdisplay werden getoond. Bovendien had hij een stille oproep (schouwburgoproep), waarbij de hoorbare oproep wordt onderdrukt, terwijl de code wel wordt opgeslagen.

Deze introductie van een nieuwe generatie semafoonapparatuur was mogelijk omdat de PTT een nieuw digitaal semafoonnet in gebruik had genomen (semafoonnet-2 of SMF-2). Dit net werd wederom samen met België opgezet. In 1980 sloot Luxemburg zich hierbij aan. Dit net heeft nog tot 1990 gefunctioneerd. Omdat de capaciteit van het semafoonnet niet toereikend was, werd in 1987 het derde, nog steeds werkzame, semafoonnet geopend (SMF-3).

Net als bij mobilofonie zijn er daarnaast ook allerlei lokale gesloten semafoondiensten in gebruik. Met mogelijkheden die meer zijn aangepast aan de eisen van de gebruikers waaronder groepsoproep, bijvoorbeeld ten behoeve van brandweerpersoneel of koppeling aan bedrijfstelefooncentrales.


Terug naar boven.

 
© Peter Anker, Gids in Frequentieland.