DSC - Digital Selective Calling

Digital Selective Calling (DSC) is een techniek die het mogelijk maakt om een schip of kuststation individueel aan te roepen via de scheepsradio (marifoon) op de VHF, kortegolf (HF) of middengolf (MF). Met DSC is het niet langer nodig om naar alle radioberichten te luisteren om te horen of er een bericht voor je bij zit. DSC wordt daarnaast ook gebruikt om met één druk op de (rode) knop een noodoproep te doen.

Een VHF DSC marifoon
Een VHF marifoon met DSC.

Alle moderne MF/HF scheepsradio's en VHF marifoons zijn met DSC uitgerust. In de DSC apparatuur aan boord van een schip moet een uniek 9-cijferig nummer, dat bekend staat als Maritime Mobile Service Identity of kortweg MMSI worden geprogrammeerd. Dit MMSI nummer is het unieke nummer waaronder het schip bereikbaar is. Het MMSI nummer wordt automatisch meegezonden met iedere DSC transmissie. Aan DSC apparatuur kan een GPS ontvanger worden gekoppeld, zodat positie-informatie wordt meegezonden.

Digital Selective Calling (DSC) is bedoeld voor gebruik op zee en maakt onderdeel uit van de verplichte systemen onder GMDSS.




DSC ondersteunt 4 soorten verkeer. Deze zijn, in volgorde van prioriteit:

  • Noodoproep
  • Spoedverkeer
  • Veiligheidsverkeer
  • Routine

De belangrijkste orproepen zijn noodoproepen. Bij een van DSC voorziene scheepsradio of marifoon kan met één druk op een (rode) knop een noodbericht worden verzonden, naar de kustwacht of andere reddingsdiensten waar ook ter wereld. Apparatuur is altijd zo geconstrueerd dat er twee handelingen moeten worden verricht om een noodbericht te versturen. Meestal moet eerst een kapje worden opgelicht waarachter een rode knop zit die enkele seconden moet worden ingedrukt. Dit is gedaan om het per ongeluk versturen van een noodbericht te voorkomen.

Dit noodbericht bevat informatie over de identiteit van het schip en zo mogelijk de positie van het schip en de aard van noodoproep. Noodoproepen worden automatisch door alle schepen in de buurt ontvangen.

DSC kan ook worden gebruikt als een telefoon om een individueel gesprek te beginnen. Deze gesprekken kunnen spoedeisend zijn (bv. omdat er een gewonde aan boord is) of met de veiligheid te maken hebben of het kan om een normaal gesprek gaan. Dergelijke gesprekken kunnen aan een ieder worden gericht of aan een individueel station of een groep.

DSC is in feite een paging systeem. DSC werkt met een speciaal daarvoor bestemd kanaal (bijvoorbeeld VHF kanaal 70). Op dit kanaal worden korte berichten verzonden welke aangeven voor welk MMSI nummer er een bericht is, de prioriteit van de oproep en het gesprekskanaal dat moet worden gebruikt voor het voeren van het gesprek. De van DSC voorziene scheepsradio luistert naar dit radiokanaal. Zodra er een voor het schip bestemd bericht binnenkomt zal het net als een telefoon een signaal afgeven.

Daarnaast zijn er in de verschillende MF/HF frequentiebanden aparte kanalen gedefinieerd waarop een noodoproep kan worden gedaan. Dit zijn MF frequentie 2187,5 kHz en de HF frequenties 4207,5 kHz, 6312,0 kHz, 8414,5 kHz, 12577,0 kHz en 16804,5 kHz. Op de VHF kan de noodoproep plaatsvinden op hetzelfde kanaal 70 dat ook wordt gebruikt voor het aanroepen. Dit is mogelijk omdat de datasnelheid op VHF 12 keer zo groot is als op de MF/HF frequenties. De DSC kanalen staan in de volgende tabel.

DSC maakt voor de overdracht gebruik van woorden van 10-bits. De eerste 7-bits worden voor het sturen van informatie gebruikt en de overige 3-bits worden gebruikt voor foutdetectie. Deze 3-bits geven aan hoeveel binaire nullen1 er in de 7 informatiebits zitten. De 7 informatiebits vormen een symboolnummer tusen de 0 en de 127. De symbolen 0 tot en met 99 worden gebruikt om een 2-cijferig decimaal nummer over te zenden en de symbolen 100 tot en met 127 worden gebruikt om een commando over te zenden.

Vor het uitzenden van het signaal wordt gebruik gemaakt van FSK. Dit houdt in dat voor de 1 en de 0 ieder een aparte toon rond de 1700 Hz wordt gebruikt. De kenmerken van het uitgezonden signaal zijn als volgt.

  • DSC op de VHF
  • FSK met frequenties van 1300 en 2100 Hz,
  • Modulatiesnelheid van 1200 Baud.
  • DSC op de MF/HF
  • FSK met frequenties van 1615 en 1785 Hz,
  • Modulatiesnelheid van 100 Baud.

In beide gevallen is de frequentietolerantie gelijk aan ±10 Hz.

Iin de standaard wordt een binaire 0 een B genoemd en een binaire 1 een Y.

Terug naar boven.

 
© Peter Anker, Gids in Frequentieland.