DAB Datadiensten

Voor datadiensten zijn er binnen DAB drie mogelijkheden:

1. Programma gerelateerde data (PAD: Program Associated Data). PAD is data die in principe direct gerelateerd is aan een programma.
2. Fast Information Data Channel (FIDC). Indien er ruimte overblijft in het Fast Information channel kan deze ruimte worden gebruikt om data te versturen.
3. Stand-alone datakanaal. In een stand-alone datakanaal kan een continue datastroom met een vaste bitsnelheid worden gebruikt. Het is mogelijk om meerdere datadiensten in één datakanaal onder te brengen.

Programma gerelateerde data

Programmagerelateerde data is in principe bedoeld voor informatie die betrekking heeft op het programma, zoals de titel van het nummer en de naam van de uitvoerende(n). Deze data kan natuurlijk ook altijd voor andere doeleinden worden gebruikt. tijdens perioden dat er met een beperktere capaciteit kan worden volstaan, bijvoorbeeld tijdens een telefoontje in een programma, of tijdens het journaal in een muziekprogramma, kan de overblijvende capaciteit voor datacommunicatie worden benut. tijdens uren dat een radiostation nie tin de lucht is, bijvoorbeeld 's nachts kan een omroepkanaal ook in zijn geheel voor datacommunicatie worden ingezet.

Fast Information Channel

Het Fast Information channel is in eerste bedoeld om informatie te versturen die nodig is om de verschillende audio- en datadiensten uit de multiplex te kunnen identificeren en het afstemmen voor de gebruiker eenvoudiger te maken. Indien er ruimte overblijft kan de restcapaciteit worden gebruikt voor bijvoorbeeld verkersinformatie, alarminformatie of pagingberichten. Het beheer van de restcapaciteit rust bij de multiplexbeheerder. Deze zal in overleg met de programma- en informatie-aanbieders tot een invulling van deze capaciteit moeten komen.

Stand-alone datakanaal

Bij een stand-alone datakanaal zijn er in principe twee mogelijkheden. het gehele kanaal wordt gebruikt voor een continue dataverbinding of in het kanaal worden pakketten data ten behoeve van meerdere datadiensten verstuurd. Aangezien de meeste datacommunicatietoepassingen geen continue dataverbinding nodig hebben, gaat de laatste mogelijkheid in de regel efficiënter met de beschibare capaciteit om.
Dienstenaanbieders kunnen voor het verzorgen van een retourkanaal gebruik maken van de bestaande voorzieningen voor vaste- en mobiele telecommunicatie.