Effecten van frequenties op de gezondheid

De mate waarin schadelijke effecten optreden ten gevolge van de blootstelling aan radiogolven is afhankelijk van de frequentie en de intensiteit van de uitgezonden straling. Deze effecten op de gezondheid kunnen worden onderverdeeld in:

  • Directe effecten
    • Elektrische stromen,
    • Opwarming,
    • Overige efecten
  • Indirecte effecten

Directe effecten

Directe effecten zijn effecten waarbij de radiostralen direct ingrijpen op lichaamsprocessen. Naar het koppelmechanisme is al veel onderzoek gedaan en dit heeft geleid tot twee vaststaande effecten: het veroorzaken van stroompjes in het lichaam en opwarming.

Bewezen effecten

Bij lage frequenties (< 100 kHz) worden als gevolg van blootstelling aan radiogolven kleine stroompjes opgewekt (inductie). Deze stroompjes kunnen zowel zenuwcellen als spieren stimuleren. Grotere stroomdichtheden kunnen onwillekeurige samentrekking van spieren veroorzaken en aanvoelen als een schok. Afhankelijk van de sterkte en de duur van de stroomdichtheid kan hierdoor spierverkramping en zelfs spierschade ontstaan. Bij hele grote stroomsterkten kunnen zelfs ademhalingsstoornissen en hartritmestoornissen ontstaan.

Met het toenemen van de frequentie vindt een verschuiving plaats van inductie van elektrische stromen naar de directe afgifte van energie. Deze afgifte van energie zorgt voor opwarming van het lichaam. In het frequentiegebied van 100 kHz tot 10 MHz moet met beide effecten rekening worden gehouden. Boven de 10 MHz is alleen de opwarming nog relevant.

In het frequentiebereik van 100 kHz tot enkele honderden MHz is de absorptie van energie door het lichaam sterk frequentieafhankelijk. Bij 100 kHz is de absorptie nog redelijk gering. In het frequentiegebied van 100 kHz tot ruwweg 20 MHz neemt de absorptie sterk toe met toenemende frequentie. Absorptie van energie vindt met name plaats in de nek en de benen.
In het frequentiebereik van 20 MHz tot 300 MHz vindt absorptie plaats in het hele lichaam. In dit frequentiegebied bereikt de absorptie zijn maximum. Dit maximum wordt bereikt bij een golflengte van tweemaal de lichaamslengte. Dit komt overeen met een frequentie van 83,3 MHz voor iemand met een lengte van 1 meter 80. Als iemand op blote voeten staat en direct contact maakt met de aarde dan is deze frequentie twee keer zo hoog. De frequentie is hoger naarmate iemand kleiner is.
Direct boven het maximum neemt de absorptie weer af. In eerste instantie heel sterk, verder van het maximum gaat dit geleidelijker. Boven de 300 MHz neemt de absorptie nog maar lichtjes af. Wel kunnen in het frequentiegebied tot enkele GHz’en nog lokale zogenaamde “hot-spots” onstaan. (N.B. Dit is het frequentiegebied waarin de mobiele telefoon werkt.)
Bij zeer hoge frequenties (> 10 GHz) dringen de radiogolven niet meer het lichaam in. Alleen de huid wordt dan nog verwarmd.

Over het algemeen kunnen mensen dit warmte-effect goed verdragen. Het lichaam heeft immers vaker te maken met temperatuurstijgingen. Denk maar eens aan intensief sporten. Er zijn echter enkele organen die een plaatselijke temperatuurstijging niet goed kunnen verwerken omdat de aangevoerde warmte niet of slecht kan worden afgevoerd. Het gaat hierbij met name om de ogen en de testes. Bij een te grote opwarming kan vertroebeling van de ooglens (staar) optreden doordat eiwitten in het oog gaan stolllen. Bij opwarming van de testes gaat de kwaliteit van het zaad achteruit en kunnen mannelijke zaadcellen worden gedood1.
Als de temperatuurstijging te groot wordt, kunnen er ook andere effecten optreden. Bij sterke opwarming kunnen korte-termijn effecten optreden als: gedragsveranderingen, moeilijkheden bij het uitvoeren van fysieke en mentale taken; verstoring van de ontwikkeling van het ongeboren kind en zelfs hersenaantasting door verzwakking van de bloed-hersen-barrière; aantasting van het zenuwstelsel en staar. Op lange-termijn kan een sterke opwarming mogelijk DNA beschadigen en leiden tot kanker.

Onbewezen effecten

Bovengenoemde effecten ten gevolge van geïnduceerde stromen en opwarming zijn bewezen. Daarnaast zijn er nog effecten waarvan de bewijzen minder sterk zijn en waarvan niet duidelijk is hoe de straling de effecten veroorzaakt.
Er zijn aanwijzingen dat langdurig bellen effecten kan veroorzaken als duizeligheid, ongemak en warmtegevoel achter het oor. Ook zijn er aanwijzingen dat met name gepulsde velden neurotransmitters beïnvloeden. Neurotransmitters zijn verantwoordelijk voor het aanmaken van stoffen die invloed uitoefenen op slaap, emotie en geheugen.

Indirecte effecten

Indirecte effecten zijn effecten die worden veroorzaakt doordat de radiolgoven inwerken op een voorwerp dat vervolgens inwerkt op het lichaam. Als gevolg van radigolven kunnen bijvoorbeeld metalen delen (bruggen, lantarenpalen en dergelijke) worden opgeladen. Bij aanraking kan hierdoor een elektrische schok worden gevoeld. Dit efffect treedt echter alleen op in de directe nabijheid van zeer sterke zenders. Een nader voorbeeld is het verstoren van een pacemaker door een radiogolf.

Een ander indirect effect dat wel gegeven, is op het gebied van het welbevinden. Alleen al het feit dat je woont in de buurt van een zendmast kan er voor zorgen dat je je zorgen gaat maken over je gezondheid. Een dergelijke psychische belasting kan leiden tot allerlei lichamelijke klachten die niet door de radiogolven zelf worden veroorzaakt.

In de rest van dit hoofdstuk ga ik niet verder in op de indirecte effecten.




1Om dezelfde reden is het voor mannen niet aan te raden om met een laptop op schoot te zitten. Ook hierdoor kunnen de testes behoorlijk opwarmen.

Terug naar boven.

 
© Peter Anker, Gids in Frequentieland.