Blootstellingslimieten

Van het waarnemen naar effecten op het lichaam tot het formuleren van blootstellingslimieten voor elektromagnetische straling is niet eenvoudig. Het doen van grootschalige experimenten is hierbij dan ook van groot belang geweest. Uit die experimenten is gebleken dat bij proefpersonen de lichaamstemperatuur stijgt ten gevolge van langdurige blootstelling aan elektromagnetische velden. De hoogte van deze stijging is afhankelijk van de mate van opname van de velden door het lichaam (zie hiervoor de paragraaf over de gezondheidseffecten).

Experimenten geven aan dat bij een energieopname van 4 Watt per kilogram lichaamsgewicht, de lichaamstemperatuur stijgt met een tiende tot een halve graad Celsius. Uit medisch onderzoek en ervaring is bekend dat een langdurige verhoging van de lichaamstemperatuur met één graad Celsius nadelige gevolgen kan hebben voor de gezondheid. Met die wetenschap is een algemene blootstellingslimiet ter voorkoming van schadelijke termische-effecten geformuleerd: “Als de energieopname uit het elektromagnetisch veld beneden de 4 Watt per kilogram blijft, zijn er geen nadelige effecten voor de gezondheid te verwachten. ”

In de praktijk wordt ook nog een veiligheidsmarge toegepast: een factor 10 lager voor de bevolkingsgroepen die beroepshalve blootstaan aan elektromagnetische velden en nog eens een factor 5 lager voor het algemene publiek.

De algemene blootstelingslimiet voor de beroepsbevolking is 0,4 Watt per kilogram en die voor het publiek is 0,08 Watt per kilogram.

Dit verschil is ingegeven door het feit dat het algemene publiek continu aan aan de velden kan zijn blootgesteld.

Soortgelijke limieten zijn ook opgesteld ter voorkoming van de opwekking van schadelijke elektrische stroompjes en elektrische schokken door contactstroom. Deze limieten zijn slecht te verifiëren. Deze limieten zijn dan ook vertaald in meetbare grootheden zoals de elektrische- en magnetische veldsterkte. De op grond daarvan verkregen blootstellingslimieten staan gegeven in onderstaande tabel.

Deze limieten zijn opgesteld door de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP), een onafhankelijke organisatie van wetenschappers. ICNIRP heeft deze limieten in 1998 opgesteld na analyse van alle wetenschappelijke publicaties op dit gebied. De aanbevelingen van ICNIRP zijn door veel landen overgenomen. In 1999 heeft de Raad van Ministers van de EU het gedeelte voor de algemene bevolking overgenomen als aanbeveling aan de lidstaten. Nederland heeft deze aanbeveling overgenomen en opgenomen in de Telecommunicatiewetgeving.

Voor de mobiele communicatienetwerken GSM en UMTS komen deze limieten neer op:

GSM 900 MHz 41 Volt/meter
1800 MHz 58 Volt/meter
UMTS 2100 MHz 61 Volt/meter




Terug naar boven.

 
© Peter Anker, Gids in Frequentieland.