Lees verder
  « Terug

Middengolf-omroep

De middengolf-omroep maakt gebruik van de zogenaamde middengolfband die loopt van 526,5-1605,5 kHz. Er wordt gewerkt met kanalen met een bandbreedte van 9 kHz. De middengolfzenders hebben tov een FM-zender veelal een groter bereik. Enkele middengolf zenders hebben nagenoeg landelijk bereik. Vooral 's nachts kunnen zenders uit het buitenland ontvangen worden.

Een groot nadeel van de middengolf is dat een grote antenne nodig is voor de verspreiding van het signaal. De zender gebruikt relatief veel energie en er is een grote kans op storing op elektrische apparaten in de buurt van de zender. Door de beperkte bandebreedte is de kwaliteit van de middengolf veel lager dan van FM. De middengolf wordt dan ook niet veel meer gebruikt.

Op dit moment zijn nog maar enkele radiostations op de middengolfband vertegenwoordigd. De publieke omroep met Radio 5, de commerciële omroep Radio 538 (891 kHz) en enkele zenders met een regionaal bereik.

De AM-zender (747 kHz) van de publieke omroep staat in de Flevopolder. Daarnaast is er nog een steunzender (op 1251 kHz) in Hulsberg (Limburg). De NPO heeft aangegeven in 2015 te stoppen met uitzendingen op de middengolf.

Propagatie op de middengolf
De normale propagatie wordt gekarakteriseerd door grondgolven, radiogolven welke zich langs het aardoppervlak uitbreiden. Hierbij volgen de golven enigszins de kromming van de aarde. Tijdens de propagatie worden de golven verzwakt. Deze verzwakking heeft drie oorzaken. Ten eerste breiden de golven zich steeds verder uit, waardoor de energie over een steeds groter wordend oppervlak uitgesmeerd wordt. Ten tweede de elektrische eigenschappen en dan met name de geleidbaarheid van de grond en ten derde de kromming van de aarde.

Het laatste effect begint pas bij grotere afstanden dan 100 km van de zendantenne een rol te spelen. Het meest worden de grondgolven echter gedempt door de invloed van de eigenschappen van de grond. Hierbij speelt de bodemgeleidbaarheid de grootste rol. Zeewater is bijvoorbeeld een zeer goede elektrische geleider, zandgronden zijn dit in veel mindere mate. Hierbij komen nog extra storende effecten op de propagatie bij de overgang van de ene grondsoort naar de andere. De demping van de grondgolf is bovendien nog frequentieafhankelijk.

Ruwweg tussen zonsondergang en zonsopgang kunnen de radiogolven via reflecties tegen de ionosfeer grote afstanden overbruggen. Deze ruimtegolven worden in veel mindere mate gedempt dan de grondgolven. Hierdoor is het mogelijk dat een middengolfzender 's nachts in een veel groter gebied te beluisteren is dan overdag. Anderzijds komen ook andere zenders op dezelfde frequentie of op naastliggende frequenties beter door. Voor een storingsvrije ontvangst is 's nacht dan ook een grotere veldsterkte nodig dan overdag. Hierdoor kan het verzorgingsgebied - het gebied waarin de zender met een bepaalde kwaliteit beluisterd kan worden- 's nachts vele malen kleiner zijn dan overdag.

Terug naar boven.

 
© Peter Anker, Gids in Frequentieland.