Zendamateur

Een zendamateur (of kortweg amateur) is een hobbyist die voor zijn plezier contact legt met andere zendamateurs. Veel zendamateurs bouwen hun eigen zenders en bijbehorende antennes. Begin 2003 telde Nederland ongeveer 14.000 zendamateurs.

Er zijn 37 frequentiebanden beschikbaar voor zendamateurs. De meest populaire hiervan zijn de kortegolf banden onder de 30 MHz en de 2-meter band (144 - 146 MHz).

Om zendamateur te worden, moet eerst een examen worden afgelegd. Er zijn twee typen vergunningen.

  1. N vergunning,
  2. F-vergunning.

Met een N-vergunning, ofwel de “Novice-vergunning”, mogen delen van de 40-meterband (7 MHz),de 20-meterband (14 MHz), de 10-meterband (28 MHz), de 2-meterband en de 70-centimeterband (430 - 440 MHz) worden gebruikt voor expirementeren en het maken van radioverbindingen. Deze banden hebben doorgaans een beperkte reikwijdte (tot ongeveer 100 kilometer). Het toegestane vermogen van de zender is 25 watt.

Om een N-vergunning te kunnen aanvragen, moet het examen “Radiotechniek en voorschriften II” met goed gevolg worden afgelegd. De vereiste kennis van de techniek is ten opzichte van de F-vergunning beperkt.

Een F-vergunning biedt meer mogelijkheden dan een N-vergunning. Voor de F-vergunning is het examen “Radiotechniek en voorschriften I” vereist.

Voor de F-vergunninghouder geldt:

  • dat op alle amateurbanden mag worden uitgezonden;
  • een zendvermogen van 400 watt voor de 70-centimeterband, de 2-meterband en vanaf de 10-meterband (30 MHz en lager) is toegestaan.
    Voor de overige amateurbanden geldt een toegestaan zendvermogen van 120 watt;
  • gebruik mag worden gemaakt van alle uitzendtechnieken (spraak, morsetelegrafie, telex, televisie en dergelijke).

Voorheen bestonden er A en C vergunningen. Met het wegvallen van de morse-verplichting zijn de A en C-vergunning vervangen door de F-vergunning en is er de N-vergunning bij gekomen. De oude A- en C-vergunningen blijven nog wel geldig voor bestaande vergunninghouders. Zie het nieuwsbericht.

Iedere zendamateur krijgt ter identificatie unieke roepletters. Deze bestaan uit:

  • Twee letters (PA t/m PI),
  • Eén cijfer,
  • Een suffix van maximaal 3 letters.




Terug naar boven.

 
© Peter Anker, Gids in Frequentieland.